Het is verstandig ervoor te zorgen dat lampen zo min mogelijk branden als verlichting niet nodig is. Beoordeel daarom hoe je verlichting efficiënt kunt gebruiken. Hier volgen een aantal opties waar je gebruik van kunt maken. Aanwezigheidsdetectie per ruimte zodat met een sensor beweging wordt geregistreerd als er iemand in de ruimte is. Na een ingestelde tijd gaat de verlichting weer uit. Een tijdgestuurde veegschakeling, dit is een vorm van een tijdschakelklok. Een veegschakeling overrulet de bediening in een ruimte. Een centrale regeling met overwerktimers waarbij alle verlichting centraal aan/uit gedaan kan worden. Ook zo in te stellen dat de verlichting op bepaalde tijd(en) automatisch aan/uit gaat. Een regelbord – vaak bij de ingang van het gebouw, bijvoorbeeld bij de receptie – waarmee je alle verlichting in één keer aan/uit kunt schakelen.
Hoeveel energie je met deze maategel bespaart, is afhankelijk van de frequentie van het gebruik van de ruimte. Aanwezigheidsdetectie in een kantoor waar vaak iemand aanwezig is, heeft natuurlijk minder effect dan aanwezigheiddetectie in een weinig gebruikte vergaderzaal. Gemiddeld wordt deze maatregel binnen 3 jaar terugverdiend.
De verlichting brandt onnodig buiten gebruikstijden.
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
Controleer dagelijks bij het verlaten van het pand of alle niet noodzakelijke verlichting is uitgeschakeld.