Maatregel

Isoleer stoomleidingen en appendages

De stoominstallatie verliest veel warmte door ongeïsoleerde leidingen en appendages. Door deze te isoleren gaat er minder warmte verloren. De geproduceerde warmte kunt u efficiënter inzetten op een plek waar dat nuttig en nodig is.

Advies van de energieadviseur

Sommige delen zijn bewust niet geïsoleerd in verband met de werking van de installatie.Isoleer deze niet.
Het isoleren van de stoominstallatie moet gebeuren met een materiaal dat erg hitte bestendig is zoals glas- of steenwol.
De buitenzijde kun je afwerken met een aluminiumplaat en de binnenzijde met PVC- of aluminiumfolie.
De minimale isolatie-eis is 2,5 m²K/W. Dit is vergelijkbaar met circa 80mm glaswol. Bij hoogwaardigere materialen is dit mogelijk dunner.
Vraag de installateur van de stoomketel om hulp.
Onderzoek de volledige installatie en combineer met andere maatregelen.

Er gaat warmte verloren bij het transport van stoom door buizen, flenzen en afsluiters. Dit verlies wordt gecompenseerd door meer stoom te produceren of op een hogere temperatuur. Hierdoor is het mogelijk een grotere installatie te plaatsen of meer te produceren dan daadwerkelijk nodig is. Door het isoleren van leidingen gaat er minder warmte verloren tijdens transport en komt er meer warmte aan op de gewenste plek. Hierdoor kan de productie van stoom verlaagd worden. Ook worden ruimtes

Het isoleren van leidingen is betrekkelijk eenvoudig. Je kunt isolatiemateriaal om de leidingen vouwen. Deze delen kun je isoleren met bijvoorbeeld glas- of steenwol met een isolatiewaarde van minimaal 2,5 m²K/W. Bij appendages is dit wat lastiger, omdat je rekening moet houden met inspecties op lekkages en eventuele reparaties. Hier moet je maatwerk toepassen met bijvoorbeeld een isolatiematras met klittenband of rijgkoord. Stoomleidingen moeten geïsoleerd worden met materiaal dat bestand is tegen een hoge temperatuur.