Energie besparen en tegelijkertijd de kosten voor de mkb-ondernemer verlagen. Daarop zijn de maatregelen van DEB.nl gericht, de digitale bespaarassistent die de ondernemer terzijde staat. De lijst van maatregelen is gebaseerd op de wettelijke verplichting tot energiebesparing. Naast deze maatregelen is er nog een mogelijkheid kosten terug te dringen en je bedrijf duurzamer te maken: door zelf energie op te wekken. Met zonnepanelen bijvoorbeeld.
Wie Nederland van boven bekijkt, ziet nog altijd veel daken zonder zonnepanelen. Dat geldt voor woonhuizen, maar zeker ook voor kantoorpanden, fabrieken, opslagloodsen en distributiecentra. Dat is jammer.
De ondernemer laat een mogelijkheid voor kostenvermindering liggen. Dat is zeker nu, in coronatijd, een actueel thema. Daarnaast heeft het Nederlands bedrijfsleven zich als collectief uitgesproken mee te willen werken aan de bestrijding van de klimaatcrisis.
De ondernemer is net een gemiddelde burger: onbekend maakt onbemind. Daarom is het goed wat meer te weten over zonnepanelen. We zetten een aantal aspecten op een rij. Als aanmoediging om er écht werk van te maken. Omdat het winst oplevert, voor de onderneming én de samenleving. In die zin is het een goede aanvulling op de maatregelen van DEB.nl.
Verschillende soorten
Er zijn verschillende soorten panelen. Een veelgebruikte driedeling is monokristallijn, polykristallijn (of multikristallijn) en amorf. Amorfe panelen zijn het goedkoopst, maar hebben een laag rendement. Het is geen aanbevelenswaardige optie.
Het onderscheid tussen de beide kristallijne varianten zit in het productieproces, het uiterlijk en de kosten. Panelen van monokristallijn zijn wat duurder, maar ook fraaier door de egale kleur. Voor woonhuizen zal het uiterlijk en de kleur belangrijker zijn dan voor bedrijfspanden met veelal platte daken.
Opbrengst
Als het gaat om opbrengst, dan scoren de monokristallijnen panelen doorgaans wat hoger. Doorslaggevend voor de keuze is dit echter zelden. Belangrijk element is de ruimte op het dak. Als er weinig ruimte is, kies je duurdere panelen met hoge vermogens. Is er plaats genoeg, dan kan een eenvoudiger type de beste keus zijn.
Er zijn ook panelen die aan twee kanten licht kunnen opvangen. Uiteraard zijn die alleen geschikt voor platte daken. Laat je goed voorlichten over de verschillende typen en de beste optie, gegeven de specifieke omstandigheden.
Langere termijn
Betrek bij je keuze ook de garantieperiode. Voor welke periode staat de leverancier in voor het beloofde vermogen? De opbrengst van zonnepanelen loopt namelijk altijd na verloop van tijd af. Je kunt ervan uitgaan dat ze in de eerste jaren doen wat ze beloven.
Het is echter wel plezierig dat ze ook na vele jaren nog goed werken. De vraag is wanneer de teruggang in welke mate optreedt. En wat de leverancier garandeert. Een vuistregel is, dat de opbrengst na twintig jaar nog circa 80 procent moet zijn. Ook hier speelt prijs een rol. Vaak is de garantieperiode voor duurdere typen langer.
Voor de omvormer geldt een ander verhaal. De omvormer zet de opgewekte gelijkstroom om in wisselspanning voor onze apparaten. De levensduur daarvan is veel beperkter; denk aan tien jaar. Dan is vervanging noodzakelijk.
Andere ondernemers met zonnepanelen
Zorgvuldige installatie
Naast de kwaliteit en garantie op de levensduur van de panelen en omvormer, is een deskundige en zorgvuldige installatie belangrijk. Kleine beschadigingen kunnen de opbrengst van zonnepanelen aantasten. Als met een paneel ergens tegenaan wordt gestoten of als het valt, kan inwendige schade ontstaan. Die zie je niet, maar is er wel. Let erop een installateur te nemen die betrouwbaar en zorgvuldig is.
Het is goed om te weten dat verzekeraars geregeld eisen stellen aan de oplevering.
Iedere mkb-ondernemer herkent het: goedkoop kan op termijn duurkoop blijken te zijn. Dat is ook hier zo. Ga dus bij het maken van een keuze niet alleen af op de laagste prijs en niet alleen op de producten zelf. Het geheel telt.
Beste richting
De opbrengst van zonnepanelen is mede afhankelijk van het dak en de windrichting (lees: zon-richting). Soms is er keus, soms niet. Een schuin dak dicteert de hellingshoek van de panelen, bij een plat dak maak je zelf uit hoe schuin ze staan. Een hoek van circa 35 graden is ideaal, maar niet strikt noodzakelijk. Wat meer of minder is zeker geen reden om van zonnepanelen af te zien. Het is al gauw rendabel.
Wat telt, is de opbrengst over het hele jaar. In het algemeen leveren zonnepanelen op het zuiden het meeste op. Maar ook hier is een afwijking van het ideaal niet desastreus. Behalve als het een schuin dak op het noorden is. Daar zonnepanelen plaatsen, is eigenlijk nooit een goed idee.
Schaduw en belasting
Voor het beste rendement is het zaak dat er geen schaduw op het zonnepaneel valt. Bijvoorbeeld van een ander paneel! Schaduw vertaalt zich immers in verlies aan opbrengst. Als schaduw onontkoombaar is, kan een zogeheten optimizer uitkomst bieden. Die regelt de opbrengst van verschillende panelen. Zo’n optimizer is echter behoorlijk prijzig. Dat maakt de terugverdientijd langer. Panelen kunnen verder in serie of parallel worden geschakeld. Als ze in serie staan, zorgt één kapot paneel ervoor dat ook de andere niet meer werken.
Tot slot moet je bij het plaatsen van zonnepanelen uiteraard altijd rekening houden met de dakbelasting. Soms beperkt die het aantal panelen.
Lonende investeringen
Zonnepanelen vergen een financiële investering. Er zijn subsidies beschikbaar, maar in beperkte mate. Als er geen tegemoetkoming is, loont het niettemin. De energierekening gaat direct naar beneden. Gemiddeld genomen is de terugverdientijd een jaar of zeven. Dat is mede afhankelijk van het contract met de leverancier. De regels en afspraken voor klein- en grootverbruikers lopen sterk uiteen. Vraag er dus naar.
Zonnepanelen laten installeren, vergt ook een investering in tijd. Met goede adviseurs is die heel beperkt. Van een goede keuze heb je bovendien jarenlang profijt. Letterlijk. De energie die dat kost, is goed besteed.
